Het coördinatie vermogen wordt onder meer bepaald door het samenspel tussen agonisten en antagonisten. Hier bedoelen we mee dat tijdens een beweging spieren aanspannen (agonisten) en spieren ontspannen (antagonisten). Voorbeeld: Als je een buiging maakt in je elleboog dan spant de biceps aan en ontspant de triceps.
Het coördinatief vermogen is gebaseerd op het algemeen motorisch bewegen dat men op zeer jonge leeftijd moet aanleren. Het is gebaseerd op:
- het motorisch leervermogen;
- het motorisch stuurvermogen;
- het motorisch aanpassing- en correctievermogen.
Deze vermogens houden achtereenvolgens in:
De mate waarin je bewegingsvaardigheden kunt leren, ze binnen het lichaam kunt verwerken en ze kunt corrigeren en aanpassen aan diverse omstandigheden om tot een optimaal bewegingspatroon te komen. Door op jonge leeftijd veel te oefenen en te trainen met een veelzijdige bewegingsscholing doe je veel ervaring op.
Er bestaan zogenaamde deelgebieden van het coördinatievermogen waarop je, om een optimale ontwikkeling te bereiken, veel moet oefenen. Het gaat om:
- Ruimte- en oriëntatie vermogen. Hoe het lichaam in tijd en ruimte
of materiaal t.o.v. de sporter beweegt.
- Kinesthetisch differentiatie vermogen. Het vermogen via gevoel
en informatie van receptoren (plaats in een zenuweind waar prikkels
worden opgevangen) in de spieren, pezen, banden en gewrichten
het lichaam in te laten spelen op factoren van buitenaf.
- Reactievermogen. Het vermogen snel en doelmatig bewegingen
uit te voeren op basis van signalen als gevoel en gezichts- en gehoorvermogen.
- Ritmisch vermogen. Het lichaam moet een van buitenaf
bepaald ritme oppakken, motorisch verwerken en
koppelen aan ritmische sportbewegingen.
- Balanceervermogen. Het vermogen het lichaam in evenwicht
te houden en dit na beweging te herstellen.
- Motorisch differentiatievermogen. Het vermogen subtiele bewegingen
af te stemmen op afzonderlijke bewegingsfasen en lichaamsbewegingen
die in nauwkeurigheid, economie en harmonie
van de bewegingen tot uitdrukking komen.
- Koppelingsvermogen. Het vermogen uit afzonderlijke bewegingen,
elementen en specifieke bewegingsfasen een keten te vormen
die als vloeiend bewegingsprogramma zichtbaar wordt.
- Schakelvermogen. Het vermogen bij situatieveranderingen de
bewegingen aan te passen aan de nieuwe omstandigheden.
Algemeen gesteld zijn coördinatie vermogens nodig om situaties te beheersen, die snel en doelgericht handelen vereisen.
Hoe hoger het niveau van het coördinatievermogen, des te sneller en effectiever nieuwe moeilijke bewegingen aangeleerd kunnen worden.
De bij een sterk ontwikkeld coördinatievermogen hoge bewegingseconomie maakt het mogelijk om dezelfde bewegingen met een geringere hoeveelheid spierkracht uit te voeren, hierdoor kan energie worden bespaard.
De kenmerken van een goede bewegingscoördinatie zijn:
-precisie van bewegen;
-economie van de beweging;
-vloeiende loop van de beweging;
-elasticiteit van de beweging;
-regulatie van de spanning;
-isolatie van de beweging;
-aanpassing van de beweging.
Zonder de conditionele factoren kracht, snelheid, uithoudingsvermogen en lenigheid zijn de coördinatieve vermogens niet denkbaar. De coördinatieve vermogens worden daarom bij de sportprestatie slechts in gezamenlijke arbeid met de conditionele factoren werkzaam.
Andersom zijn de coördinatieve vermogens voor de ontwikkeling van de conditionele factoren onmisbaar, omdat zij het verwerven van deze conditionele vaardigheden mogelijk maken.
Zo is bijvoorbeeld een bepaald krachtniveau nodig om een snelle wendbeweging mogelijk te maken en is het uithoudingsvermogen een noodzakelijk bestanddeel van het coördinatie vermogen omdat een vroege vermoeidheid leidt tot een afname aan bewegingsprecisie.
Techniek en coördinatie zijn voor een sporter de belangrijke schakels en de meest doorslaggevende prestatiebepalende factoren. Coördinatie en techniek zijn belangrijker dan de conditionele vaardigheden kracht, snelheid, uithoudingsvermogen en lenigheid. Je kunt stellen dat als je geen coördinatie hebt, je geen optimale techniek van een sport kan uitvoeren, met andere woorden: coördinatie is een voorwaarde voor een goede techniek.
Stelling: ‘Geen coördinatie, geen techniek. Geen techniek, geen prestatie.’
Je kan nog zoveel kracht, uithoudingsvermogen, snelheid of lenigheid bezitten, maar als de musculatuur niet op het juiste moment wordt aangestuurd, blijft de prestatie achterwege.
Een conditie trainer houdt zich bezig met de conditionele factoren en daarnaast ook met het coördinatievermogen. Sommigen vragen zich af waarom de conditietrainer ook het coördinatievermogen traint. Ik hoop dat het bovenstaande stuk dit heeft duidelijk gemaakt.
Het coördinatie vermogen is dus een voorwaarde voor een goede techniek, daarnaast is het ontwikkelen van de conditionele vaardigheden gestoeld op het coördinatievermogen.
Ook in het tennis is het coördinatievermogen enorm belangrijk. Coördinatieoefeningen zonder racket vormen een ontzettend belangrijke basis voor de tennisvaardigheden. Of anders gezegd: een kind dat regelmatig op coördinatie traint, zal beter en sneller de tennisslagen onder de knie krijgen. Dit coördinatievermogen moet men op zeer jonge leeftijd met een scala aan veelzijdige bewegingspatronen ondergaan. Heel veel oefenvormen worden spelenderwijs aangeboden. De jeugdige sporters maken zich onbewust allerlei coördinatieve vermogens eigen.
Wel moet je als conditietrainer altijd de sportspecifieke eisen van de sport in acht houden. Je biedt oefenvormen aan welke een voorwaarde zijn voor het tennis.
Dit kunnen oefeningen zijn waarbij het snel reageren belangrijk is, of waarbij deelnemers snel moeten aanzetten en afremmen, wenden, keren en draaien. Daarnaast is een goede oog-hand coördinatie erg belangrijk in tennis.
Tijdens de conditietrainingen worden de conditionele factoren getraind in combinatie met het coördinatievermogen, waarbij op jonge leeftijd (ca. 8 t/m 12 jaar) het coördinatievermogen de belangrijkste factor is, en naarmate de sporters ouder worden (pubertijd, adolescentie) de conditionele factoren steeds belangrijker worden.
De volgende keer publiceer ik aan de hand van een aantal filmpjes allerlei oefenvormen welke tijdens de conditietrainingen van tennissers aan bod komen.